Je hebt van die collega’s die de hele dag roepen dat ze het vreselijk druk hebben, maar toch over voldoende tijd beschikken om uitgebreid de televisieprogrammering van de voorgaande avond te bediscussiëren, acties op touw te zetten voor het behoud van de koffiekwaliteit in de kantine en uren te bellen met de klachtenlijn van de gemeente omdat hun buurman de kliko een uur te vroeg aan de straat heeft gezet. Soms verdenk ik ze er ook van in hun kantoortje, achter een gesloten deur, op internet een nieuw waterbed, anaalkralen of een familie tuinkabouters uit te zoeken.
Fantoomwerkers
Meestal heb ik het te druk om zo’n collega te zijn. Kijk, iedereen heeft weleens zo’n dag dat het niet vlot, of een periode dat er wat minder werk ligt, maar over het algemeen ploeter ik in stilte door, zonder te klagen. Wat heb je eraan? Klagen kost tijd en je schiet er niets mee op. Dat dacht ik tenminste. Totdat ik in aanraking kwam met de Fantoomwerkers, toen viel ik een beetje van mijn geloof. Want wat blijkt? Vaak klagen bij de baas en werk weigeren terwijl je dramatisch naar je hoofd grijpt, jammerend dat je het er écht niet meer bij kunt hebben: Het werkt gewoon, zelfs als niet waar is! Wie schreeuwt wordt gehoord, wie jammert wordt geholpen, wie klaagt wordt ontzien.
Bezigheidstherapie
Voor fantoomwerkers is het een bezigheidstherapie om hun ledige werkdagen zo goed mogelijk te verbergen. Het is zelfs een omgekeerd evenredig proces: hoe minder ze te doen hebben, hoe beter ze de techniek beheersen. Jaloersmakend is het. Als ik tijd had, zou ik er ook een sport van maken. En als ik sport, wil ik winnen.
Lege inbox
Ik zou net als zij continu zuchten en met mijn ogen rollen. Ik zou mijn Outlook agenda volproppen met vage, niet bestaande afspraken en veelvuldig gebruik maken van de reminder functie. Als mijn pc dan op zijn hardst plingt omdat het tijd is voor mijn ‘fkajdhf’ meeting in vergaderzaal ‘agliheouh’, pak ik een willekeurige ordner uit mijn kast en wandel met ferme passen over de gang. In feite ga ik naar het toilet, waar ik mijn lege ordner bestudeer en vervolgens met mijn smartphone mijn eveneens lege inbox doorscroll. Op de terugweg stop ik her en der bij een kantoortje om een gestreste collega te voorzien van opbeurende woorden als: ‘Tja, we hebben het allemaal druk. Maar ik zeg altijd maar zo: Wat vandaag niet afkomt, komt morgen.’
Prioriteiten
Als ik dit een tijdje heb volgehouden, ga ik er zelf in geloven. De sporadische keren dat ik word uitgenodigd voor een vergadering, zeg ik af vanwege ‘andere prioriteiten’. Het door-de-gang-lopen-met-map-onder-de-arm vergt tenslotte regelmatige oefening. Gelukkig doe ik aan intervaltraining, dat schijnt beter te zijn. Daardoor heb ik tussen de wandelsessies voldoende tijd om te internetten. Mijn sociale netwerk buiten kantoor moet onderhouden worden en daar heb ik na het werk gewoon helemaal geen tijd voor. Net zoals kleding kopen en het regelen van een poetshulp via Marktplaats. Kijk, ik kan mijn werk natuurlijk alleen goed uitvoeren als thuis ook alles op rolletjes loopt en dat online shoppen is een must omdat ik een representatieve functie heb.
Chaos
Het is onnodig te zeggen dat je als fantoomwerker een rommelig kantoor moet hebben. Scheve stapels papier, plastic bekertjes, rondslingerende pennen en documenten vol koffievlekken schreeuwen immers: Ik heb het druk! Dus ik ga me helemaal uitleven. Ik print wat willekeurige documenten uit, leg ze op mijn bureaustoel en geef deze zo’n enorme zwieper dat de blaadjes alle kanten op vliegen. Daarna doe ik hetzelfde met een berg nietjes en paperclips en ik denk dat ik ook nog een volle pot koffie inzet, voor het complete chaos-effect.
Man, ik zou hier echt goed in worden! Ik zou benoemd worden tot Prof.dr.ir. in de Fantoomwerkkunde en ik zou de hele wereld over reizen om lezingen te houden, interviews en masterclasses te geven. Mijn hoofd zou prijken op de voorpagina van alle kranten. Hartstikke leuk, maar ook jammer: Ik zou het zo druk krijgen dat ik nooit meer een fantoomwerker kon zijn.
19 reacties op “Maak je niet druk!”