Niets doen is hard werken

Iedereen met een kantoorbaan kent het wel: de pieken en dalen. Er zijn momenten dat het hartstikke druk is en er zijn tijden dat het beduidend minder is, zoals tijdens de vakantieperiode.

Territoriumdrift

Vroeger had ik een baas die zijn territorium altijd even afbakende voordat hij op vakantie ging. Op zijn laatste werkdag toverde hij steevast een stapel ‘huiswerk’ voor mij, zijn secretaresse, tevoorschijn. Toen het weer eens zover was en hij de deur achter zich had dichtgetrokken, bekeek ik de stapel met opgetrokken neus. Ik voorzag dat ik daar nog genoeg tijd voor zou hebben en schoof hem terzijde. Eerst werkte ik wat opgespaarde administratie weg en -o gruwel- archiveerwerk. Na die twee dodelijk saaie klussen belandde ik in een vacuüm. Het achterstallige werk was gedaan maar het was nog te vroeg om aan De Stapel te beginnen. Om toch iets te doen, maakte ik een to do list. Ik kwam tot vijfentwintig punten, netjes gerangschikt in orde van urgentie en ik had me een kwartier nuttig gemaakt.

Keuvelen

Ik lummelde verder, lunchte veel langer dan het CAO vastgestelde half uur, kletste uitgebreid met collega’s waar ik doorgaans nooit mee kletste omdat ik daar gewoonweg geen tijd voor had en -heel eerlijk- omdat ze me ook niet boeiden. Maar nood breekt wetten. Ik hoorde alles over de bruiloft van collega X’s dochter, bekeek kinderfoto’s van collega Y en keuvelde met collega Z over zijn verbouwing. Na de eerste zin -ik geloof dat het ging over een zolderuitbouw, maar het kan evengoed het stucen van de badkamer zijn geweest- begon ik te verlangen naar De Stapel. Dat was geen goed teken want ik moest nog anderhalve week.

Dagtaak

Ik sjokte terug naar mijn kantoor en deed een paar klusjes. Alles met de toewijding en precisie van een dwangneurotische postzegelverzamelaar. Het wateren van de plantjes van vakantievierende collega’s kon zomaar een half uur in beslag nemen, koffie zetten bleek een heel secuur klusje dat je niet moet onderschatten en het ophalen van de post werd bijna een dagtaak. Ik schold op een bankmedewerker omdat mijn baas’ creditcard was geblokkeerd en onderhandelde met een hotel over de prijs van een overnachting. € 195,-? Waren ze helemaal besodemieterd? Voor die prijs mochten ze een maand op mijn zolder logeren!

Lamlendigheid

Een nieuwe fase brak aan: lamlendigheid. Natuurlijk kon ik gaan werken, maar dat sloeg toch nergens op?! Het baasje was op vakantie en ik verdiende ook wat rust. Dus ik ruimde op, verzorgde plantjes, vulde printers bij. Soms durfde een verdwaalde collega me iets te vragen. Het gore lef! Ik plande zuchtend een afspraak, overhandigde met rollende ogen een formulier en nam vloekend een boodschap aan. De luilak. Een beetje op vakantie gaan en mij zijn telefoontjes laten beantwoorden!

Trouwe hond
Pas op de laatste dag bekeek ik De Stapel. Potverdorie, het was meer dan ik had voorzien. Mijn baas dacht blijkbaar dat ik met twee cryptische aanwijzingen een hele zakenreis kon plannen. En zo kwam het dat ik nog nooit in mijn leven zo hard had gewerkt als die ene dag. Toen ik eindelijk het vertrouwde geruis van zijn naderende bordeelsneakers hoorde, veerde ik op als een hond die na een week vastgebonden aan een boom, eindelijk zijn baasje in het oog krijgt. Ik sprong nog net niet tegen hem op, maar verwelkomde hem wel met drie klapzoenen. Om even later nonchalant te zeggen dat ik me ‘aardig had weten bezig te houden’ tijdens zijn afwezigheid.

  7 reacties op “Niets doen is hard werken

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.