Moneypenny rocks de schuimparty

SchuimFluitend zat ik deze week achter mijn bureau ik-weet-niet-meer-wat te doen maar het was vast belangrijk, toen ik werd opgeschrikt door een collega. Rood aangelopen brulde ze over de gang: ‘Eén of andere imbeciel heeft gewoon wasmiddel in de vaatwasmachine gegooid! Jonge, jonge, jonge!’ Direct dook ik onder mijn bureau – natuurlijk instinct – wat helaas alleen maar extra aandacht trok.

Royaal
Bij gebrek aan vaatwastabletten had ik die ochtend bedacht dat ik ook wel ‘gewoon’ wasmiddel in de machine kon gooien. Ik vond het eigenlijk best slim van mezelf. Royaal had ik het spul  in de rondte geknepen. Daarna vond ik alsnog ergens een tablet, die ik er ook maar bij mikte. Behoorlijk in mijn nopjes was ik teruggekeerd naar mijn kantoor om te gaan genieten van een lekker bakje ochtendkoffie. En nu vroeg ik me vanonder mijn bureau af wat daar in godsnaam zo erg aan was dat mijn collega bijna een defibrillator nodig had om weer bij zinnen te komen.

Oho-erlebnis
Argwanend en nog steeds knalrood keek ze me aan. De enige manier om die defibrillator buiten de deur te houden was blijkbaar door te bekennen. Na een korte interne monoloog besloot ik mijn vinger op te steken. ‘Ik eh… dénk dat ik dat was,’ fluisterde ik voorzichtig. Ze keek me een kort ogenblik neutraal aan en vervolgde haar gebrul. ‘Oké jongens, het was Moneypenny.’ Een zucht gonsde door het gebouw, alsof iedereen gelijktijdig zijn adem uitblies. ‘Oooh,’ klonk het daarna uit enkele kantoren. Het bracht me een beetje uit balans. Wat nou ‘Oooh’?! Was het zo’n ‘Oooh’ erlebnis? Een vanzelfsprekendheid als in: Aha-dat-verklaart-alles? Het-was-Moneypenny-maar? Ik was toch zeker dé Supersecretaresse hier? Degene die altijd snel en efficiënt te werk gaat, geen tijd verdoet met onnozel gebazel maar toch immer voor iedereen klaar staat?

Supersecretaresse strikes back
Door toedoen van Defibrillatorcollega moest ik de faam die ik in tweeënhalf jaar had opgebouwd met man en macht gaan verdedigen. Boos maar strijdvaardig trok ik mijn onzichtbare superheldencape aan en schreed naar de keuken, gevolgd door een roedel sensatieruikende collega’s. Vanaf de anders zo muffe hal geurde ons nu een weldaad aan chemische dennennaalden tegemoet. Bij het openen van de keukendeur werd me de adem benomen. Vrolijke belletjes dansten door de keuken, in pulserende bewegingen vanuit een duidelijk epicentrum: de vaatwasser. De hele keuken schuimde als een 90’s party. En niemand blij. Snap je niet hè? Valt er eindelijk eens wat te feesten hier, gaan ze lopen mokken.

Whoosh
Ik was dus zwaar de sjaak. Meer en meer collega’s kwamen de ramp aanschouwen, met grote ogen en twee handen voor de mond geslagen. Maar diezelfde handjes even laten wapperen: nee dus. Ik stond er alleen voor. Nou, ik zou ze weleens laten zien tot welke grote daden ‘Oké-het-was-Moneypenny’ in staat was. Zonder enige voorzorgsmaatregel of beschermende kleding dook ik het schuim in, recht die vuurlinie in. Na een korte borstcrawl en met gevaar voor eigen leven sprong ik bovenop het schuimbekkende monster. Onder het slaken van een luide krijgskreet trok ik hem open. Nog meer schuim gulpte naar buiten en prikte in mijn ogen. Ik maalde er niet om. Met een paar ferme klappen op willekeurige knoppen ontwapende ik de vijand waarna ik vliegensvlug de deur weer sloot. Als ik een stripfiguur was geweest zag je nu termen als “Whoosh!” en “Klabam!” voorbij komen, begeleid door tekens als (*?&*%$#), omkaderd door grillige wolkjes.

Dweilparty
Enfin, de bron van het kwaad was uitgeschakeld en alles was onder controle. Maar eerst moest er nog even een vette dweilparty gehouden worden. Onder toeziend oog van mijn collega’s, die misschien ergens nog hoopten op een geheel in 90’s stijl  uitgevoerd Miss wet T-shirt optreden, ging ik tekeer. Na een half uurtje swingen, waarbij ik de vaatdoek gebruikte als toegevoegd dansattribuut, blonk de keuken als nooit tevoren. Ook de vaatwasser had ondertussen een grondige doorsmeerbeurt gehad. Het leek wel een fata morgana: de kastjes hadden allemaal zo’n glimster in de hoek als in een Dreft reclame, de hele handel rook naar een Scandinavisch dennenbos en de tegeltjes waren witter dan de tanden van Zwarte Piet. Ja, zelfs het huis van Marijke Helwegen verbleekte bij de huidige staat van onze kantoorkeuken.

Eitje
Eigenlijk was alles halleluja. Allemaal door mij, en door mij alleen. En nog steeds niemand blij hè. Geen schouderklopje, geen ‘Je bent tof, Moneypenny!’, geen bonus. Niks. Gelukkig ben ik niet wrokkig, zoiets zit niet in mijn aard. Dus ik bedacht: misschien kan ik ze wat opvrolijken. Met iets lekkers, een eitje of zo. Een van mijn Twittervrienden was namelijk zo aardig om me een tip aan de hand te doen nadat hij had ontdekt dat ik gewoonweg rock met keukenapparatuur. Want wisten jullie dat je eieren kunt koken in een magnetron? Ik dus niet. Echt super. Ik ga het meteen uitproberen, in de kantoormagnetron.

The End (“Klabam!”, “Whoosh!”)

  24 reacties op “Moneypenny rocks de schuimparty

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.