Het geloof in De Basisschool

Tot voor kort was de basisschool voor mijn bijna-vier-jarige zoon zoiets als wat de hemel is voor veel oude mensen: Een prachtige plaats waar je ooit naar toe mag, als je tenminste lief bent. Een soort beloning voor al je lijden.

Mystiek
Neem het hem eens kwalijk. Met grote regelmaat werd hem de laatste tijd gevraagd: ‘En? Wanneer mag je naar de basisschool?’ Het klonk zo groots, zo spannend. Telkens vielen er mensen weg uit zijn omgeving, net zoals bij oudjes in het bejaardentehuis. Zijn peuterklasgenootjes vierden één voor één hun verjaardag en daarna verdwenen ze. ‘Teun komt niet meer, hij is naar de basisschool!’ zei Zoon dan met grote ogen. Niet getreurd, was onze boodschap, want waar Teun heen gaat, is alles prachtig en heerlijk en straks mag je er zelf ook heen. Het droeg alleen maar bij aan de mystiek ervan.

Louter plezier
De basisschool: eigenlijk zou ik het met hoofdletters moeten schrijven. Op weg naar de peuterzaal liepen we telkens langs het speelplein van De Basisschool. De kinderen renden, speelden en lachten. Precies zoals het in de hemel moet zijn: louter plezier. Natuurlijk, wij als ouders maakten er ook gebruik van. Soms was het verdomd handig. ‘Kleed jezelf maar even uit, dat moet je straks ook bij het gymen’. ‘Nee, zelf je billen afvegen. Dat moet je straks op de basisschool ook.’ En dan maar hopen dat het geen smeerboel wordt.

Gene zijde
Voor de achterblijvers is zoiets altijd het zwaarst. Je moet je geliefde laten gaan en dat is verdrietig. Je teert op herinneringen, hoe het ging toen hij of zij er nog was. De dagen dat ik mijn zoontje altijd om me heen had, zijn voorbij. Geen spontane knuffels meer overdag. Niet meer saampjes naar de supermarkt om een toetje uit te zoeken. Nooit meer Ketnet kijken met zijn badjasje nog aan. Straks moet er gehaast worden ‘s ochtends: aankleden, snel ontbijten, rugzak om en naar school. Tussen de middag komt hij even thuis voor een boterham en daarna rent hij weer snel terug. ‘s Avonds is hij te moe om erover te vertellen. ‘Leuk’ is het enige wat je er dan nog uit krijgt.

Afscheid
Inmiddels is hij al twee keer gaan ‘oefenen’. Een beetje eng vond hij het wel, stiekem had hij er best tegenop gezien. En ik? Ach. Mijn moederhart bloedde grote, rode vlekken op de linoleumvloer. Kijk hem daar eens zitten, mijn kleine mannetje tussen al die kinderen die al zoveel groter lijken. Maar ik hield me goed, ik huilde niet. Godzijdank begon hij meteen te kletsen met de kindjes naast hem in de kring. That’s my boy! juichte ik van binnen.

God
Na de eerste oefenochtend was hij al om. Juffrouw Jeltje was God. Ze was zó leuk en grappig, de hele middag zong hij zelfverzonnen liedjes over haar. En er was zoveel speelgoed op De Basisschool! Hij had met het poppenhuis gespeeld met de cowboy erin. En een kralenketting gemaakt. En de juf had een echt kuikentje meegenomen dat ze mochten aaien! Tja, daar kon ik natuurlijk niet tegenop, ook niet met zijn lievelingspannenkoeken.
‘Nee, dank je, mama. We hebben zelf koekjes gebakken met juffrouw Jeltje. En opgegeten!’ En hij zong weer verder.

Het is beter zo. Echt.

  18 reacties op “Het geloof in De Basisschool

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.