De experimentele opvoeding

Toen ik een puber was en regelmatig in de clinch lag met mijn ouders, dacht ik vaak: als ik zelf ooit kinderen krijg, doe ik het helemaal anders. Ik word niet zo streng als mijn ouders, ìk laat mijn kinderen lekker vrij! Toevallig kreeg ik rond die tijd ook een vriendje dat thuis een vrije opvoeding genoot…

Bommetje
Bjorn kwam uit een hippiegezin. Hij woonde in een oude boerderij en zijn moeder was een zeer progressieve psychologe die in haar vakkring hoog stond aangeschreven. Bij Bjorn thuis was alles vrijheid en blijheid. De eerste keer dat ik in Bjorns slaapkamer kwam, struikelde ik over de rommel. Zo ver je kon kijken lagen er boeken, snoepwikkels en lege wietzakjes. Verder lag er een gebroken aquarium (ondoorzichtig vanwege de vieze aanslag) en veel vreemde spullen die ik toen nog niet kon duiden, maar waarvan ik later begreep dat ze dienden voor het knutselen van bommen. Dat was namelijk zijn hobby: Bjorn had een passie voor scheikunde in de breedste zin van het woord.

Waterpijp
Noem me een huppeltrutje, maar ik was behoorlijk geshockeerd. Bjorns moeder niet, die vond het allemaal prima. Een kind moest de ruimte krijgen om zich te ontplooien, was een van haar vele door wierrookdampen omgeven filosofieën. Toen Bjorn op een dag met een groot pakket onder zijn armen de tuin in liep en mededeelde dat hij even een bommetje ging uitproberen, was haar enige reactie: ‘Pas je wel op, jongen?’ Als Bjorns waterpijp onvindbaar bleek in de vuilnisbelt die slaapkamer heette, was het niet vreemd als zijn moeder antwoordde: ‘In het afdruiprek op het aanrecht. Hij was zo vies dat ik hem maar even een sopje heb gegeven.’

Speed
Ze moedigde hem nog net niet aan om drugs te gebruiken, maar Bjorn kon wel altijd zijn verhalen bij haar kwijt. Wiet, spacecake, paddo’s en experimentele dingen zoals het roken van datura (als scheikundefreak had Bjorn daar interessante verhalen over gelezen dus dat moest getest worden); ze vond het allemaal even interessant. Behalve dan die keer dat hij speed had geprobeerd, dat ging zelfs haar een (neus)brug te ver.

Ongelukje
Een keer had Bjorn zijn moeders auto geleend om op stap te gaan met zijn vrienden. Op de terugweg, met iets te veel drank op en wie-weet-wat-nog-meer, had hij per ongeluk ‘een stoeprandje geraakt’ (zijn woorden). Aan de schade te zien, moest het een stoeprand ter grootte van de Afsluitdijk zijn geweest, maar dat deed er voor zijn moeder niet toe. En ook niet dat ze haar vakantie moest uitstellen omdat de auto waarmee ze de volgende dag zou vertrekken, voor een week naar de garage moest. Bjorn had er vast iets van geleerd, zo was haar credo.

Bad trip
Maar dat was dus het probleem met Bjorn: hij leerde nooit iets. Hij was een beetje als die ezel die zich geen twee keer aan dezelfde steen stoot, maar dan met Alzheimer. Hij had het niet van een vreemde; zijn moeder beukte ook keer op keer tegen diezelfde steen. De steen van vergeven en vergeten, de steen van leven en laten leven. Voor mij was het meer de steen des aanstoots. Want had ik al gezegd dat het inmiddels over en uit was tussen mij en Bjorn? Ik was afgehaakt, ergens rond die slechte trip waarin hij bleef hangen na het zoveelste ‘scheikundige experiment’.

Fiasco
Via-via hoorde ik nog wel eens wat over Bjorn. Hij had geen enkele studie afgemaakt. Met geld van zijn moeder had hij een eigen onderneming opgezet. Moet ik nog vertellen dat het een fiasco werd? En de onderneming daarna ook? En die daarna? Dat Bjorn tegenwoordig single, depressief en aan de Prozac is? Vreemd dat zijn moeder, de vermaarde psychologe, op dit vlak de plank zo volledig mis sloeg.

En toch was dit alles ook ergens goed voor: voor mij. Hierna wist ik zeker dat ik het later écht allemaal anders zou doen. Helemaal anders dan de moeder van Bjorn.

  28 reacties op “De experimentele opvoeding

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.