Vakantiestress

Campingbordthumbmini‘Wat kijk je moeilijk? We gaan op vakantie!’ Mijn man kijkt me aan met een grijns van oor tot oor. Hij wel. Voor iemand met een licht control freakerige inslag (mijn woorden) en een Excelverslaving (ook mijn woorden) is zo’n laatste week voor de vakantie een pretpark. Checklists, routeplanningen, inpaklijsten: Menno loopt fluitend door het huis. Hij kickt erop om zo georganiseerd mogelijk op reis te gaan.

Ik zit naast een grote, geopende sporttas (demonstratief op mijn helft van het bed neergelegd door Menno) en laat dezelfde spullen door mijn handen gaan als twee weken geleden. Toen hebben we namelijk een weekendje geproefkampeerd. Terwijl we dus al eeuwen kamperen, waarvan al jaren in dezelfde caravan-/auto-/partner-/kinderopstelling, maar waarschijnlijk was dat het enige overtuigende argument om mij twee keer mijn koffers te laten pakken. Begrijp me goed: het proefweekend was enig, ik hou van kamperen, en ik heb óók zin in vakantie. Maar ik haat alles wat eraan voorafgaat.

Keuzes
Terwijl Menno voor de zoveelste keer (fluitend) naar de Kampeermarkt rijdt – er is altijd wel iets wat we nog kunnen gebruiken – dood ik de tijd naast een lege tas. Zelfs met zo’n uitgeprinte checklist blijft het lastig. Broeken bijvoorbeeld. Leuk. Maar hoeveel? Hoeveel korte en hoeveel lange? Want je weet nooit. Wat als het een dagje regent? Dan moet ik een lange broek aan. Maar stel nu dat het drie dagen regent? Of vier weken? Uiteindelijk pak ik twee lange broeken en alle korte die ik heb.
‘Jurkjes’ is het volgende op de lijst. Ik haal er een van de hanger. Nee, uit de mode. Weg ermee. Volgende. Die is nu echt te kort voor mijn leeftijd. Weg. Volgende. Die kreukelt als een sharpei, die overleeft het nooit twee dagen in een koffer, en een strijkijzer staat vast niet op Menno’s Excellijst. Hoppa, op de stapel. En zo gaat het door totdat ik geen jurkje meer over heb.

Shoppen
Ik moet shoppen. NU. Waar vind ik een online winkel die binnen een paar uur levert? En dan de jongens. Hebben die eigenlijk genoeg kleren? Zwembroekjes zonder rafelkont? Shirtjes? Van de stress begin ik hardop te praten. ‘Hebben we petjes? Zijn hun schoenen ondertussen niet te klein? Door al dat stokbrood groeien die voetjes natuurlijk als kool.’
‘Slippers!’ roept Menno. Hij is net teruggekeerd van de Kampeermarkt met onder zijn ene arm een voorraadbus, onder de andere het zoveelste klapstoeltje en in zijn hand iets wat lijkt op een pessarium met een handvat. ‘Weet je wat dit is?’ vraagt hij glunderend.
Ik pak het aan, bekijk het en geef het terug. ‘Geen idee’.
‘Een eiersplitser!’ zegt hij triomfantelijk.
‘Yeay, kunnen we meringues maken in de caravan.’
‘Neehee, die is niet voor in de caravan. Voor thuis. Ik zag hem toevallig liggen.’ Hij loopt verder. Nee, hij huppelt bijna.

Stress
Slippers dus, de oplossing voor al uw kindervoetgroeiproblemen. Maar dan moeten we ze wel hebben.
‘In Frankrijk hebben ze ook schoenwinkels!’ roept Menno. ‘Ga je toch gewoon naar de Gemo?’
Kijk, daar heb je het al. De Gemo is een soort Scapino en ligt meestal op een troosteloos industrieterrein. De eerste letter moet een spelfout zijn, want ‘Chemo’ zou veel toepasselijker zijn. Het stinkt er naar rubber en scheikundelokalen. Ik moet echt shoppen. Snel, waar is de dichtstbijzijnde internettoegang?
‘Zorg je wel dat het allemaal in de auto past?’
‘Aaargh! Nee! Het past nooit in de auto. We moeten een grotere! Tot hoe laat is de dealer open?’
‘Let je op dat je de dingen die we onderweg nodig hebben bovenop legt? Inpakvolgorde is heel belangrijk.’ Menno negeert mijn wanhoopskreet en schuift voorbij met een campingkoelkastje, fluitend. Uit zijn kontzak steekt een checklist. Alles wat zichtbaar is, is afgestreept.
Ik grijp in mijn haar. Ik moet mezelf organiseren, ik wil ook fluiten. Een inpakschema misschien? Ja! Een inpakschema, dat is wat ik nodig heb!

Paniek
Ik kijk pas op van mijn Excelbestandje als Menno om vijf voor twaalf binnenkomt.
‘Kunnen deze naar de auto?’ Hij pakt een tas. ‘Hé, deze is leeg!’
‘Klopt. Ik werk nog aan een inpakschema maar zoals het er nu uitziet moet deze als laatste naar de auto. Nee, die ook niet. Daar moet nog een strijkijzer bij.’
‘Een strijkijzer?’
‘Ja, voor dat ene jurkje.’
‘Dan laat je dat toch thuis? Neem je een extra korte broek mee.’
‘Kan niet. Kijk dan: Al mijn korte broeken moeten mee om aan de voorgeschreven 1,25 per week te komen. Want in geval van vier weken volledige zon …’ – Ik maak een paar snelle muiskliks – ‘… is vijf het absolute minimum. Wacht even. Zei ik vijf? Ik heb maar vier korte broeken! Hé wat doe je?’
‘Dat zie je toch. Ik knip de pijpen van je jeans.’
‘NEEEEE!!! Nu kom ik niet uit met mijn lange broeken!’
‘Weet je wat? Ga jij maar alvast slapen. Ik pak je spullen wel in,’ zegt Menno.
‘Fijn. Dank je.’ Ik laat me achterover vallen. ‘En vergeet niet mijn schema te gebruiken.’
‘Tuurlijk.’ Menno werpt er een vluchtige blik op. ‘Hé, ik zie geen petje staan.’
‘Een petje? Ik draag nooit petjes! Heb ik niet nodig. ‘
‘Echt wel. We zijn nog niet op vakantie en je hebt al een zonnesteek.’

  4 reacties op “Vakantiestress

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.