Dagenlang niet douchen, wonen in je pyjamabroek en heerlijk door je huis slenteren met een onbespoten hoofd: zo’n lockdown is ideaal voor de latente kluizenaar. Eindelijk kun je je gang gaan, weken kun je binnen blijven zonder dat iemand je ziet. Wat zeg ik: je kunt weken dood in je bed liggen zonder dat iemand het ruikt.
Vol ornaat
Vroeger droomde ik van zo’n scenario (die pyjama, niet de dood). Het leek me de ultieme hemel. Maar wat doe ik nu het eenmaal zover is? Ik rol nog net zo vroeg mijn bed uit als voorheen, sta nog even lang voor de spiegel, en ik ben er zelfs persoonlijk verantwoordelijk voor dat Zalando al halverwege het jaar zijn omzetgoal voor 2020 heeft behaald. Waarom? Tegen de tijd dat we eindelijk weer de deur uit mogen in april 2023, is het allemaal uit de mode. En voor wie? Voor die ene TEAMS meeting waarin ik tien vierkante centimeter inneem, van middenrif tot kruin? Waarom heb ik überhaupt een broek aan? Of schoenen?! ‘Mama, het is zo fijn dat jij altijd hakjes draagt,’ zei mijn jongste zoon laatst, ‘want dan kan ik altijd horen waar je bent als we samen ergens zijn.’ Maar we zijn nu nergens, alleen thuis. En als hij vraagt of we naar de Action gaan voor kerstspullen, moet ik antwoorden dat gezellig shoppen met z’n allen er voorlopig even niet inzit.
Bye, bitch
Het moet dus maar eens afgelopen zijn met die aanstelleritis van mij. Voor de spiegel spreek ik mezelf toe: ‘Get a life, Houxie! De hele wereld woont in z’n pyjama en bezuinigt op douchewater en jij loopt hier een beetje voor de pakketbezorger z’n gat te make-uppen. Tijd om de kluizenaar te worden die je diep vanbinnen altijd al bent.’
Even later positioneer ik me voor de kinderen: ‘Jongens, kijk nog maar eens goed. De vrouw formerly known als Je Moeder, is niet meer. Dit is de laatste keer voorlopig dat jullie me in een rokje zien, dus neem maar afscheid. Tabee, sayonara, tot ooit weer ziens.’
Met een “whatever, zelluf weten”-blik staren ze me aan. Ik ga nog wat verder in hun comfortzone staan, zodat mijn schaduw over hun beeldschermpjes valt.
‘Is goed, bitch,’ antwoordt de oudste nu (bitch is zijn nieuwe koosnaampje voor mij, niet dat jullie denken dat ik zo’n moeder ben die haar kinderen niet corrigeert of zo) en de jongste vraagt: ‘Maar gaan we wel nog kerstshoppen?’
Viezerik
Vanochtend, groggy van het lange uitslapen, één been al in een panty met een kittig motiefje, herinner ik me mijn voornemen. Met een vieze blik gooi ik de panty ver van me. Achterin de kast graai ik naar mijn joggingbroek – ik heb er maar één, want van zoiets lelijks kun je er niet weinig genoeg hebben, vind ik. Met moeite vind ik er een paar ‘loungesokken’ bij die ik ooit van mijn zusje heb gehad. Tijdens het ontbijt al mors ik koffie over mijn hoodie, en even later ga ik met m’n grijze broek in de chocolade zitten. Goed bezig, zou je denken. Toch zit het me niet lekker. Niemand die me ziet, maar ik wéét het. Toch maar even iets anders aantrekken.
Voor mezelluf
Weer gooi ik mijn kast overhoop voor een andere flodderbroek. Dat kluizenaarsgen is toch niet zo diep geworteld als je zou verwachten, want ik heb maar weinig bijpassende mode. Bijna zou je hopen dat Zalando een lockdownlijn gaat aanbieden met uitgezakte joggers en aangevreten truien, of nagellakjes met een afgebrokkeld motiefje erin verwerkt, ik fantaseer maar wat. Maar hé, mooi jurkje hier! Had ik die niet aan met Kerst 2014? Misschien ook wel leuk voor de aankomende feestdagen, met die nieuwe hakjes die ik laatst heb gekocht. Even passen hoor. En o, kijk. Ik heb ook nog die hysterische oorbellen, wat beeldig. Maar dat hoofd! Wat een holle ogen, wat een bleke grafkop! Ach, die huid moet gewoon weer even wennen aan ongefilterde zuurstof, zo verman ik me. Toch doe ik wat mascara op en een lipglosje, gewoon voor mezelf.
Opgetuigd
Die loungesokken zitten trouwens ook nergens naar; ze slobberen en ik glijd ermee uit. Ik besluit ze in een vuilniszak te doen en trek mijn panty weer aan. Meteen stop ik die vieze broek en die hoodie erbij, en nog meer troep die ik tegenkom. Serieus, zo’n lockdown is ideaal om de boel eens lekker op te schonen. Morgen komen ze het vuilnis ophalen, kan het gelijk aan de straat.
Als ik weer beneden kom, veert de oudste op. ‘Mama! Gaan we naar de Action?’
‘Nee, alleen even het vuilnis buiten zetten. Hoezo?’
Nu kijkt de oudste ook op van zijn telefoon. Traag glijdt zijn blik over me heen: ‘Omdat je eruitziet als een kerstboom, bitch.’