How to be a writer #4: Dit bén jij niet

IRIS_HOUX_MG_0338 thumbYes! Daar was hij, de aanbiedingsbrochure voor de boekhandels. Eindelijk. Het eerste teken dat ik een echte schrijver was. Daar stonden we, verspreid over een dubbele pagina: rechts mijn boek met alle bijbehorende informatie. Links ikzelf, paginavullend. En niet zomaar een foto. Het was de foto waar ik met mijn handen op mijn hoofd knipoog naar de camera met mijn tong uit mijn mond.

De foto was onderdeel van een shoot die ik had laten maken toen ik een keer kon meeliften op een afspraak van een schrijfvriendin bij een professionele fotograaf. Het leek me handig voor bij mijn columns en om later eventueel met mijn manuscript mee te kunnen sturen naar een uitgever. Na een reeks ‘mooie’ foto’s had ik de fotograaf gevraagd ook een paar gekke te maken. Hij produceerde een afkeurend geluid, maar deed wat ik vroeg. Het was niet zijn ding, zoveel was duidelijk.

Ook toen ik later juist een van die gekke uitkoos als profielfoto voor al mijn social media, was daar opnieuw het afkeurend geluid. Waarom nam ik niet die met de blauwe trui, die was toch veel mooier? En dus beter voor de verkoopcijfers! Tot dan toe had ik nooit nagedacht over een samenhang tussen uiterlijk en schrijfkwaliteiten. Was die er?

Vrijwel iedereen die de fotoreeks zag, vond dat ik de blauwetruifoto als profielfoto moest nemen want daar stond ik zo verschrikkelijk knap op. Inderdaad. Zó knap dat ik er bang van werd. Dadelijk zou niemand me ooit herkennen. Of erger: mensen die me voor het eerst zagen, zouden zich een hartinfarct schrikken en me aanklagen voor medische kosten. En dat zou mijn inkomsten zeker niet ten goede komen. Ik bleef dus bij mijn keuze: niet knap, maar ik zoals ik ben: Niet te serieus, een tikje gek en hopelijk ook uniek.

Later, toen mijn debuut een feit werd en mijn uitgever een auteurspagina voor me oprichtte, kozen zij daar wél voor de blauwetruifoto. Maar in plaats van de verwachte jubelreacties of op zijn minst een ‘Zie je wel!’ van al die mensen die mijn eerdere keuze afkeurden, ontplofte mijn chatbox met: ‘Wat is dát nu voor foto?’, ‘Dit bén jij niet!’ en: ‘Waar is die leuke tong-uit-de-bek-foto? Die is juist zo kenmerkend voor jou!’.

Door consequent een bepaalde foto te gebruiken voor al mijn social media was ik voor hen de gekke vrouw op de foto gewórden. Wat dat voor de verkoopcijfers doet zullen we zien, maar er zal in elk geval niemand flauwvallen tijdens signeersessies. Er kan hooguit wat teleurstelling ontstaan als blijkt dat ik niet 24/7 gek ben en gewoon saai achter een tafeltje in een hoek zit. Voor de zekerheid zal ik toch maar een blauwe trui aantrekken.

 

Foto: Sander Nagel

  2 reacties op “How to be a writer #4: Dit bén jij niet

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.