De glorie van een porie

Je zou toch mogen verwachten dat je bij een schoonheidsspecialiste mooier naar buiten loopt dan dat je er naar binnen ging. Ja toch? Ik bedoel: Je betaalt er een smak geld voor, ligt een uur of twee te niksen terwijl je luistert naar het niet bijster slimme geneuzel over de droom van een eigen salonnetje, de nieuwste nagellakkleurtjes en schoonmoeders eeltknobbels (ik moet toegeven: het werkt erg ontspannend, beter dan zo’n geurkaars) en als het geneuzel dan even wegsterft omdat er een groen goedje moet inwerken, word je overgeleverd aan die enge new age muziek die standaard bij een behandeling lijkt te horen.

Sneue aardbei
Niet dus. De laatste keer dat ik de schoonheidsspecialiste verliet, leek ik in de verste verte niet op de vlekkeloze en stralende jeugdigheid die op alle producten geadverteerd werd. Ik leek niet eens op mezelf zoals ik een uur eerder de zaak binnen stapte. Mijn gezicht had nog het meest weg van een overrijpe aardbei. Zo’n sneu geval dat onderin het hoekje bekneld heeft gezeten. Ik zag eruit als iemand waarbij je denkt: die moet hoognodig eens naar de schoonheidsspecialiste.

Pukkelverhoor
Ik had de pech te zijn overgeleverd aan een overijverig net-van-de-beautyschool gevalletje, een jong ding dat alle geleerde theorie van een heel jaar in één uur ten uitvoer wilde brengen. Als een Sherlock Holmes speurde ze mijn gezicht af met haar loep. Elke porie was verdacht. Ieder vlekje was een mogelijke dader van ernstig, opzettelijk toegebracht letsel. Met een scherp naaldje werd er net zolang in geprikt en gepord totdat hij zich overgaf; tot al het eventuele vuil dat zich er mogelijkerwijze in opgehoopt zou kúnnen hebben, was uitgeroeid. Terwijl ik dapper het kruisverhoor der pukkels onderging en intussen de innerlijke diepten van Beauty Queens neus bewonderde, lag ik te bedenken waarom ik mezelf dit ook alweer aandeed. Waarom in hemelsnaam liet ik vrijwillig mijn poriën uitboren? Na een ferme prik in mijn wang wist ik het weer: Het scheen zo goed voor mijn huid te zijn. Het was zo -auw!-  verdomd goed voor me. Ik bleef er jong en zo -auw!- fucking mooi van. Op de lange duur dan waarschijnlijk.

Butyrospermum parkii
Na schoonma’s eeltknobbels werden de ongevraagde tips uit de kast getrokken. Echt, als je mij op de kast wil jagen, moet je er ongevraagde tips uit trekken. Van die onnozele dingen zoals dat je nooit, nee NOOIT zonder SPF (voor de mannen:  Sun Protection Factor ofwel zonbeschermingsfactor) de deur uit mag gaan. Want zelfs als je even zonder dat spul van je voordeur naar de auto loopt, kun je gigantisch pigmentvlekken krijgen. Echt! Grote ogen erbij trekken en heftig knikken zorgt voor een nog hogere score op mijn irritatiemeter.
Of dat een crème van 150 euro onontbeerlijk is. Ik heb ooit een wetenschappelijk programma gezien waarin werd verteld dat het geen ene moer uitmaakt wat je op je huid smeert, zolang je er maar IETS op smeert zodat de boel niet uitdroogt. Aminozuren, peptiden, slakkenslijm of stierensperma, het maakt allemaal geen linksgedraaide stierenbal uit.

Geen porum
Enfin. Bored to death, murw gepraat en geknepen, knalrood en gevlekt stond ik anderhalf uur later weer buiten. Toen ik thuis de voordeur opende, riep mijn man me al vanuit de keuken tegemoet.
‘En? Hoe beviel de nieuwe…’ om er toen ik mijn hoofd om de hoek stak, gehaast aan toe te voegen: ‘Eh… laat maar. Dek jij de tafel even?’
Ik knikte.
Hij gaf me wat borden en schaaltjes aan en een pak yoghurt. Even twijfelde hij. ‘Wil jij ook aardbeienyoghurt, of liever iets anders?’

  11 reacties op “De glorie van een porie

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.