Babywiskunde voor Dummies

Waarom lijkt het alsof ouders altijd meer van hun lelijke baby houden dan ouders van hun knappe baby? Is dat zo door de natuur bepaald misschien? Omdat lelijke mensen het moeilijker hebben in deze maatschappij? Het is bewezen dat knappe mensen meer vrienden hebben, betere banen krijgen en een hoger salaris verdienen. Misschien leven ze zelfs wel langer omdat ze gelukkiger zijn?

Ik dacht hierover na op de terugweg van een kraamvisite bij zo’n zeldzaam lelijk exemplaar. Gelukkig had het een roze jurkje aan, anders had ik het geboortekaartje moeten controleren of het geen jongen was. Een aartslelijke jongen. Maar neen, het was echt een meisje en ik verbaasde me erover dat z’n klein, lief, onschuldig wezentje zo’n grote, monsterlijke neus kon hebben. Nu waren haar ouders ook geen knapperds, maar monstrueus zou ik ze ook niet durven noemen.

Hogere wiskunde
Mijn vader -bèta man in hart en nieren- placht op de erfelijkheid van goede looks altijd een bekende wiskundige formule los te laten: min x min = plus. Ofwel: een lelijke moeder en een lelijke vader krijgen knappe nakomelingen (en die uitkomst zou dus ook voor twee knappe ouders moeten opgaan want plus maal plus is eveneens plus; maar dat terzijde). Voor de blije ouders die ik zojuist een kraambezoekje had gebracht, ging deze theorie niet op. Allebei hadden ze ergens achteraan gestaan bij het uitdelen van de fotomodellengenen en nu hadden ze óók nog een lelijke dochter gekregen.

Het kon ze echter niets schelen. Apentrots waren ze op hun mini me. En terecht. Kerngezond, alles erop en eraan: Een onschuldig, lief, klein mensje. Zeg nu zelf: dat is toch geweldig? Want waar hebben we het eigenlijk over: zelfs de allerlelijkste baby is nooit echt lelijk. Ze hebben altijd iets schattigs, iets vertederends. Bovendien kunnen lelijke eendjes altijd nog spreekwoordelijke zwaantjes worden, dus geen paniek.

Pinokkio
Maar wat zeg je ondertussen tegen de van trots gloeiende ouders? Het gaat me echt te ver om ‘Jeetje, wat een knapperd!’ te roepen tegen zo’n monsterlijk schatje. Ik zou bang zijn dat mijn neus een meter zou groeien. Gelukkig heb ik daar iets op gevonden. Ik gebruik omschrijvingen als ‘schatje’, ‘scheetje’ of ‘lieverd’ en als mijn woordenschat bijna uitgeput is, hebben wel altijd nog ‘een wolk van een baby’ of ‘Wat lijkt hij veel op jou zeg!’ (tegen de lelijkste van de twee). Hopelijk merken de ouders er niets van en ik hoef er niet om te liegen. (Kijk Pa, dat noemen ze in de hogere managementkunde nu een win/win situatie.)

Een nadeel is dat sindsdien direct alle alarmbellen gaan rinkelen als iemand míjn baby een schatje noemt. Zo ook toen ik laatst een oud-collega tegenkwam in het winkelcentrum. ‘Wat heeft jouw zoon een open blik zeg!’ kirde ze.
De hele weg naar huis dacht ik: Een open blik, een open blik? What the fuck?! Waar hééft dat mens het over? Thuisgekomen begon ik mijn knapperdje meteen te inspecteren: Keek hij soms scheel en had ik dat nooit opgemerkt? Of loenste hij dan op zijn minst of wat was er in godsnaam aan de hand met mijn baby?! Mijn lieve, kleine schat, waar ik zo ontzettend veel van hou!

Is het dan toch waar wat ze zeggen? Dat er meer gehouden wordt van lelijke baby’s?

  11 reacties op “Babywiskunde voor Dummies

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Anti-spam code * * Time limit is exhausted. Please reload CAPTCHA.