Waar moet je het over hebben als je al drie maanden lang meerdere keren per week blogt? Waar kan ik het nog over hebben nu mijn trouwe lezers al bijna alles van me weten, tot aan de kleur van mijn ondergoed aan toe?
Heb ik wel eens verteld over mijn fobie voor gelatine? Vast niet. Het is een soort omgekeerde fetisj. Ik raak er niet opgewonden van, maar eerder hysterisch. De rillingen lopen over mijn rug als ik alleen al kijk naar zo’n Mona puddinkje.
Ik verlies spontaan mijn eetlust als mijn man voor mijn neus zo’n ding zit weg te happen, ook al heb ik de lekkerste huisgemaakt chocolademousse voor mijn neus staan en ook al probeert hij me ervan te overtuigen dat er echt geen gelatine in zit. Maak mij wat wijs, ik heb een radar ontwikkeld waarmee ik vanaf de maan een minuscuul gelatineblaadje kan spotten in elk denkbaar eetbaar of niet eetbaar object. Want ja, er is ook speelgoed dat ik ervan verdenk te zijn ‘verrijkt’ met gelatine.
Ik krijg de kriebels van die glanzende, chemische, trillende massa. Nu ik er over nadenk: het is vooral het trillen waar ik onpasselijk van word. Het doet me denken aan een vertraagde filmopname van een dikke dame in een dunne legging die over het strand rent. Alleen het kijken ernaar zorgt ervoor dat mijn ademhaling stokt, mijn handen gaan zweten en ik vlekken voor mijn ogen zie. Laat staan het idee om het te moeten doorslikken. Zo’n gladde, glijerige blubber achterin mijn keel staat garant voor kokhalzen of erger.
En weet je wat ik nog het allerergste vind? Dat ik de enige in de hele wereld lijk te zijn met deze fobie. Nergens heb ik nog lotgenoten gevonden. Eigenlijk zou ik blij moeten zijn dat ik eindelijk ergens uniek in ben, maar nee: dit kan toch niet?! Mede gelatinefoben: meldt u! We richten een club op, ik beloof het u. Stort al uw donaties op mijn rekening en ik garandeer u dat ik zal strijden voor een betere, gelatineloze wereld.
4 reacties op “Ik ben een gelatinefoob”